
Annemarie Pinkse is huisartsambassadeur voor het Achterstandsfonds Hollands-Midden, Amstelland en Haarlemmermeer (HMAH). Pinkse vertelt over de problematiek die ze als huisarts zelf tegenkomt en wat het Achterstandsfonds kan betekenen. “Complexe problemen bij patiënten in achterstandswijken vragen om extra tijd én geld.”
Annemarie Pinkse werkt als huisarts in Leiden onder een gemêleerde populatie van studenten, expats én mensen met achterstandsproblemen. “Die achterstandsproblemen variëren van verslavingen tot schulden en van klein behuisd zijn tot ongeletterdheid.” Allemaal zaken die enorme gevolgen kunnen hebben, licht Pinkse toe. “Als iemand een huurachterstand heeft, moet er snel hulp worden geboden. Anders stapelen de schulden zich binnen een mum van tijd op en komen er torenhoge incassokosten achteraan. Dit geeft weer een hoop andere problemen.”
Ongeletterdheid
Ook laaggeletterdheid kan grote praktische problemen geven, bijvoorbeeld als het lezen van bijsluiters een te grote opgave is. Pinkse: “Soms snappen mensen niet dat ze chronisch ziek zijn en dat het bij de medicatie niet om slechts een tijdelijke kuur gaat. Dit kan gevolgen hebben voor hun gezondheid.” De huisarts illustreert dit met een voorbeeld van een gezin met een kind van vijf jaar dat nog niet zindelijk was. “Ze hadden geen idee waar de thuiszorgwinkel zat, wisten geen straatnamen, konden geen plattegrond lezen. De moeder kwam nooit verder dan haar eigen buurt. Dan wordt bijvoorbeeld een verwijzing naar het ziekenhuis lastig.”
Complexe problemen
De patiënten komen in de huisartsenpraktijk voor medische klachten, maar er spelen vaak zoveel meer zaken mee, vertelt Pinkse. “Mensen zitten soms met zes kinderen in een klein flatje, hebben schulden, ondervinden ruzies in de buurt, al niet dan niet veroorzaakt door henzelf. Het is vaak een opeenstapeling van problemen die elkaar opvolgen en die het extra uitdagend maken om mee te werken.” De rol van de huisarts lijkt steeds meer te verschuiven naar die van een maatschappelijk werker. En dat geeft frictie: er is meer kennis en tijd nodig om problemen in kaart te brengen en te kunnen doorverwijzen. Tijd die de huisarts niet heeft. Pinkse: “Het spreekuur van een huisarts duurt tien, hoogstens twintig minuten. Dat is niet te vergelijken met de duur van een consult met een maatschappelijk werker.”
Tolkentelefoon
Het Achterstandsfonds wil huisartsen ondersteunen met producten en diensten die beschikbaar zijn en deze financieren. Een voorbeeld van een dienst waar huisartsen handig gebruik van kunnen maken, is de Tolkentelefoon. “Een consult met iemand die je niet verstaat, kost simpelweg heel veel extra tijd”, vertelt Pinkse. “Soms moet er zelfs een kind voor van school worden gehaald om te vertalen de ouders. Dan biedt de Tolkentelefoon uitkomst. Binnen een paar minuten wordt er een tolk gevonden, soms zelfs een heel specifieke tolk die een bepaald dialect spreekt. Zo kunnen we toch met elkaar communiceren.” Nog een voorbeeld van een waardevol initiatief zijn de wijkcafés voor professionals onderling. Aan de hand van een thema wordt tijdens zo’n bijeenkomst besproken wat ieders bijdrage kan zijn. Pinkse: “Daarnaast zijn er voorlichtingsbijeenkomsten in eigen taal, georganiseerd voor bijvoorbeeld Marokkaanse patiënten met diabetes.”
Leren van collega’s
Pinkse was voorheen als huisartsambassadeur betrokken bij het Achterstandsfonds Leiden & Alphen aan den Rijn, dat is opgegaan in het Achterstandsfonds Hollands-Midden, Amstelland en Haarlemmermeer (HMAH). “Er zijn nieuwe criteria gekomen voor achterstandsgebieden waardoor de indeling van de gebieden per fonds ook is gewijzigd. In onze regio zijn het betrekkelijk kleine, wat versnipperde postcodes. Heel anders dan bijvoorbeeld in Rotterdam of Den Haag. Dat maakt het soms ook lastig om goed samen te werken en goede projecten te vinden.” De hoop is dat door de nieuwe organisatie het geld efficiënter besteed kan worden en er meer aansluiting plaatsvindt met projecten die elders al bewezen succesvol zijn. Pinkse: “We kunnen veel leren van collega’s in probleemwijken. Als huisartsambassadeur van het Achterstandsfonds draag ik daar graag aan bij.”