Huisartsambassadeur Aja van Gemeren: ‘Het fonds levert echt toegevoegde waarde voor praktijken’

  • Home
  • Berichten
  • Huisartsambassadeur Aja van Gemeren: ‘Het fonds levert echt toegevoegde waarde voor praktijken’

De werkdruk bij huisartspraktijken in achterstandswijken ligt hoog. Ze kampen met diverse achterstandsproblematiek op plekken waar vaak sprake is van een taalbarrière. Om in te spelen op de gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid, zet huisartsambassadeur Aja van Gemeren zich in voor het Achterstandsfonds Hollands-Midden, Amstelland en Haarlemmermeer (HMAH). “Het is belangrijk om de problematiek bekend te maken en huisartspraktijken daarin te ondersteunen.”

Wat is uw rol als huisartsambassadeur?
“Het benaderen en bereiken van huisartspraktijken in achterstandswijken. Dit doe ik als huisartsambassadeur bij het Achterstandsfonds HMAH. Het is bekend dat er veel wordt gevraagd van huisartspraktijken en de werkdruk daar hoog is. Ik vind het belangrijk om meer aandacht te krijgen voor de achterstandsproblematiek en daarbij dit fonds bekender te maken.”

Hoe kijkt u tegen achterstandsproblematiek aan?
“Als huisarts had ik mijn eigen praktijk in de wijk Ridderveld in Alphen aan den Rijn. Dit is een wijk die zich – in sommige delen – kenmerkt als achterstandswijk. Deze plek, maar ook vele andere locaties in de regio, heeft al jarenlang te maken met achterstandsproblematiek. Dit houdt in dat veel patiënten chronische ziekten zoals overgewicht en diabetes hebben. Daarnaast krijgen ze te maken met lage gezondheidsvaardigheden waardoor patiënten informatie over gezondheid moeilijk begrijpen. Ook werken financiële zorgen niet mee waardoor zij de huisarts minder snel opzoeken.”

Waarom is de werkdruk zó hoog bij huisartspraktijken in achterstandswijken?
“Naast personeelstekorten en andere administratieve lasten, krijgen zij met nog meer uitdagingen te maken. Patiënten doen een beroep op huisartsen en dat vraagt veel energie. Zo kunnen ze eisend zijn met hun vraag of snappen ze na een aantal keer niet wat er aan hen wordt uitgelegd door een doktersassistent of praktijkondersteuner. De taalbarrière is daarin een kernprobleem en dit verhoogt de werkdruk.”

Op welke manier uit deze werkdruk zich bij de medewerkers?
“De taalbarrière en manier van omgang werkt demotiverend. Dit zorgt ervoor dat opgeleide huisartsen het plezier in het vak verliezen en soms zelfs vertrekken. De discussies over deze problematiek zien we voorbijkomen op diverse forums. Naast de uitstroom is het lastig om nieuwe medewerkers te vinden.”

Wat biedt het Achterstandsfonds HMAH huisartspraktijken aan?
“Verschillende producten en diensten. We bieden diverse trainingen aan waarmee de communicatie tussen medewerkers en patiënten wordt verbeterd. In één van onze trainingen leren wij huisartspraktijken omgaan met grensoverschrijdend en intimiderend gedrag van patiënten. Daarnaast bieden wij een training aan die ervoor zorgt dat de communicatie laaggeletterd-proof is. Zo kunnen patiënten de informatie, uitleg of teksten goed begrijpen. Ook is onze Tolkentelefoon een schot in de roos. Hiermee wordt de medewerker – zoals de naam al zegt – doorverbonden met een tolk die vervolgens kan vertalen wat de patiënt zegt.”

“Op deze manier helpen wij de communicatie tussen de huisartspraktijken en patiënten te verbeteren. Huisartspraktijken kunnen op onze website ook kijken wat het aanbod is en een project indienen. Als dit binnen de doelstelling van het Achterstandsfonds valt, kan het gefinancierd worden. Wel is het belangrijk dat zij gericht zijn op de achterstandsproblematiek en ruimte willen vrijmaken om dit aan te pakken.”

Op welke manier kan de problematiek het beste worden aangepakt?
“Het is voornamelijk de leefstijl die voor grote problemen zorgt. De uitdaging is om hier breder zicht op te krijgen. Dit kan alleen als je meer weet over de context, achtergrond, thuissituatie en of er steun is voor de gewenste verandering. Want misschien speelt er wel een andere problematiek, zoals werkloosheid of financiële onzekerheid. Als de leefstijl wordt aangepakt en het behandeladvies beter aansluit op de behoeftes en wensen van de patiënt, komt er meer zicht op de context omdat de problematiek dan vanaf de kern wordt aangepakt.”

Kunnen huisartsen dankzij dit fonds het werkplezier weer terugkrijgen?
“We hopen natuurlijk van wel maar helaas kunnen wij niet alles oplossen. Het geeft ons een bevredigend gevoel als doktersassistenten, praktijkondersteuners en huisartsen zich competent voelen. En daarbij beter met de doelgroep – die vaak als bewerkelijk wordt ervaren – om kunnen gaan. De multidisciplinaire samenwerking is daarin belangrijk. Je doet het immers samen. Wel krijgen wij gelukkig te horen dat deelnemers aan de cursussen erg tevreden zijn met de gevolgde cursus.”

Wat zijn uw drijfveren als huisartsambassadeur?
“Heel veel groepen en problemen vragen nadrukkelijk om aandacht. Als huisartsambassadeur van dit fonds wil ik deze aandacht voor hen vragen omdat zij dit zelf niet doen. Tenminste, wel in de praktijk maar niet op beleidsniveau. Ik vind het interessant om te kijken of ik op het beleidsniveau iets kan betekenen voor deze doelgroep.”

“Praktisch gezien hoop ik dat huisartspraktijken weten wat onze mogelijkheden zijn en tijd vrijmaken om van ons aanbod gebruik te maken als dit nodig is. Om de achterstandsproblematiek aan te pakken, hebben wij diverse trainingen om het probleem constructief aan te pakken.”

Zal de achterstandsproblematiek ooit verdwijnen?
“Dat lijkt me erg optimistisch. Er zullen altijd groepen op achterstand blijven als het gaat om gezondheids- en communicatieve vaardigheden. Juist daarvoor is dit fonds opgericht en kunnen huisartspraktijken altijd bij ons terecht. Het zou mooi zijn als we meer bekendheid krijgen omdat het fonds écht een toegevoegde waarde levert voor praktijken.”


Lees ook:

Huisarts Rebecca Hegeman: ‘Achterstandsproblematiek relevant voor ons werk’